“Woef, waf. Ik werd vanochtend door Sjaak uitgelaten. Wij wandelden door het Terpbosje. Waf, plotseling rook ik iets heerlijks. Poep! Dat vind ik toch lekker ruiken!Waff, Heerlijk! Waf.
Wwwaff, daar ga ik lekker doorheen rollen. Hé waf, ik heb heus nog wel mijn jachtinstinct. Waf, daar ben ik dan ook reuze trots op.
Waf, als ik lekker door de poep rol, camoufleer ik mijn eigen hondengeur. Wwoef.
Waf, weet je dat mijn voorouders “de Wolf” dit ook deden voordat ze op jacht gingen?!
Wwafwoef, ik mag dan wel klein zijn en door al dat gefok van mijn ras ver weg staan van mijn voorouders…. Ik blijf een hond en ik heb gelukkig nog steeds mijn jachtinstinct in me. Woef.
Wa-af, waf, alleen toen ik thuis kwam met Sjaak, werd ik gelijk naar boven gestuurd en werd ik in bad gedaan. Wwaff, dat was jammer….. mensen weten gewoon niet wat echt lekker ruikt. Wwoe-oeff.”